Analyse concept begroting 2015 - 2018 Gemeente Zaanstad

Artikel geplaatst op: 21 december 2014

Geacht raadslid, Onlangs hadden wij overleg met wethouder Emmer over de financi?le rapportage. Het was voor ons een openbaring dat de vorm waarin de nieuwe begroting is gegoten, tegemoet komt aan een aantal van onze eerdere opmerkingen daarover. Hoewel er nog heel veel pagina?s zijn, is het geheel wel wat beter leesbaar geworden en geven de diverse grafieken een snel inzicht in de grote lijnen.


Vorig jaar schreven wij o.a. “Waar wij al enkele jaren voor pleiten is het transparanter maken van de begroting. Wij moeten ons realiseren dat niet alleen financieel deskundigen de stukken kunnen lezen maar dat ook minder geschoolden op dit gebied zich er een mening over moeten kunnen vormen”.
En daar is een poging toe gedaan in de nu voorliggende begroting. Complimenten voor wethouder Emmer, zijn medewerkers en het college in het algemeen. Het gevolg is wel dat vergelijkingen met voorgaande financiële rapportages moeilijker is en vaak volledig ontbreken. De 15 programma’s van voorgaande jaren zijn in elkaar geschoven tot 9. Daar moeten we mee leven en slikken in de hoop dat dit eenmalig is.

Al eerder hebben wij gezegd dat onze opmerkingen niet als negatieve kritiek moeten worden beschouwd. Dat is ook ons uitgangspunt van onderstaande opmerkingen.

“Meeliften op economisch herstel”
Het in het voorwoord (Blz. 4+6) genoemde “meeliften op economisch herstel” spreekt ons aan. Logisch is dat dit waar mogelijk leidt tot aanpassingen van toekomstige begrotingen. In dat verband willen wij benadrukken dat het oplossen van de “Spoorse doorsnijding problematiek”  bij ons daarbij verreweg de voorkeur heeft. Het door werkgroep SPODO ingeleverde plan tot oplossingen daarvoor biedt tevens ruimte voor extra binnenstedelijk bouwen. Dit geldt ook indien een oplossing wordt gevonden voor verplaatsing van de hoogspanningsleidingen. Onze werkgroep HOSPA is daarover in gesprek met de gemeente. Overigens hebben wij deze serieuze problematiek in de begroting aangetroffen.

Programma 1 Jeugd en Zorg (blz. 17 e.v.)
In dit programma vinden wij weinig of niets over het stimuleren van sport voor minder validen en minder draagkrachtigen. Wij menen dat de gemeente hier niet alleen sturend dient op te treden maar ook een financiële stimulans in takt moet laten.

(blz. 20) Het % mantelzorgers dat aangeeft zwaar belast te zijn zou in 2015 niet stijgen. De signalen vanuit het veld geven wel een verhoging aan.

(blz. 21) De gemeente worstelt met de van rijkswege overdracht van gespecialiseerde hulpverlening.
Wij stellen voor om de allerhoogste prioriteit te geven aan het verder uitwerken van automatismen binnen de organisatie en communicatie daarvan aan bewoners. De voorwaarden die de gemeente daarvoor vaststelt zijn voor de buitenwereld nog volledig onduidelijk.
(blz. 22) In het verleden is gebleken dat toezicht op misbruik van PGB’s onvoldoende was. Hier ligt een taak met duidelijke doelen voor de wijkteams. De opmerking in Beheersmaatregel “De gemeente continueert zorg aan de inwoners door bij het inkopen van deze zorg een zo gunstig mogelijke prijs te bedingen” houdt tevens in dat steun wordt geleverd aan bewoners met een PGB.
Het al of niet doorverwijzen naar specialistische hulp door de wijkteams is een taak welke medische kennis vereist. Wij vrezen dat deze niet beschikbaar is binnen deze teams.
(Zie ook blz. 25 beheersmaatregelen).

Wij moeten ons afvragen of een daling van de lasten na 2015 reëel is.

(Blz. 25). In onze vorige analyse schreven wij al:
Verder valt op dat bezuinigingen veelal na 2014 terug te vinden zijn en investeringen ook na dat jaar pas minder worden. Dit is een utopische gedachte die hierbij tot uitdrukking komt. Verder treffen wij ook het woord “begrotingsoptimisme” aan. Een begroting dient naar onze mening realisme uit te stralen. Rijk rekenen hoort daar niet bij!
Dat doorschuiven zien wij nu opnieuw.

Er is budget voor in stand houding van de buurthuizen die voordien werden gesubsidieerd.
Wij doen een oproep om daarbij de buurthuizen niet te vergeten die al vele jaren zich zelf weten te bedruipen. Een bewijs van waardering daarvoor – al is het voor een minimaal subsidiebedrag – is aan te bevelen.

Programma 2 Werk, Inkomen en Economie (blz. 29 e.v.)
In het onderwerp “Aantrekkelijke stad” (blz. 30) wordt uitsluitend gesproken over Zaandam als winkelcentrum. Wij lezen niets over de andere delen van Zaanstad. Zaandam is aantrekkelijk voor bezoekers van buiten. De andere delen hebben juist een belangrijke functie voor de bewoners zelf.
Vermeden moet worden dat bewoners van deze delen van de stad zich als tweederangs gaan beschouwen.
Het vestigingsklimaat voor ondernemingen zal sterk verbeteren indien een oplossing wordt gevonden voor de gelijkvloerse spoorweg overgangen. (blz. 31) Deze hebben een sterkt negatieve invloed op de bereidheid om zich te vestigen.

De evolutie van WW uitkeringen (blz. 33 en 37) is uitermate zorgwekkend. Navrant daarbij is de opmerking hoe deze doelstelling bereikt gaat worden. Sic. Zijn de kosten hiervan in begroting opgenomen?

Al langer dringen wij aan op analyse van hogere inkoopsprijzen in kader SROI. (blz. 34) Wij, maar u ook, tasten hier in het duister.

Versterkt toezicht op realisatie doelstellingen van Baanstede (blz. 34) was al eerder besloten. Hoe wordt dit nog verder geïntensiveerd?

Binnen zes maanden voor ieder werkloze jongere een leerwerkplek te verzorgen komt ons als onhaalbaar voor. (blz. 36) Dit zelfs met de acties die zijn omschreven.

Een compliment voor de mate waarin tijdig uitkeringsaanvragen worden afgehandeld. (blz. 37) Gezien de sterke verwachte stijging dient de organisatie daarop aangepast te zijn.

De opstelling van “Financiën” geeft veel vragen. (blz. 38+39)  Vooral de gemelde onzekerheid t.a.v. autonome mutaties is zorgwekkend omdat effecten daarvan hard ingrijpen in het totale financiële beeld. Waarom uitgaven lager uitvallen bij sterke stijging van aantal uitkeringsgerechtigden en hoger uitkeringsbedrag is ons niet duidelijk.

Programma 03 Maatschappelijke voorzieningen (blz. 42 e.v.)
In onze analyse Begroting 2014 schreven wij:
De ranking van Zaanstad op het gebied van cultuur is al niet hoog maar zal door de voorgestelde maatregelen verder dalen. Terecht zijn voor verscheidene activiteiten geen streefwaarden gegeven. Toch is het noodzakelijk om deze te kennen om de gemeenteraad een goede basis voor de besluitvorming over de mogelijke clustering van culturele functies te verschaffen. Verder ontbreekt voor een dergelijk zeer belangrijk besluit een goede financiële onderbouwing.

Met de begroting die nu voor ligt is deze twijfel niet weggenomen. Verder maakten wij u attent op het risico van inbouw van een extra bestuurslaag met alle kosten van dien. Is hier goed over nagedacht? Met enige verdraaiing van woorden schrijft u “ dat het geheel meer is dan de som der delen”. Wij mogen toch aannemen dat hier niet meer geld wordt bedoeld.

Wat betreft Actief burgerschap (blz. 45 e.v.) lezen wij enkele opwekkende berichten. Er wordt actief ingezet op het betrekken van bewoners op het niveau van de eigen wijk en van de hele stad. Dit laatste is geheel nieuw. Wij doen een oproep aan de wijkmanagers zich niet tegenover de bewoners op te stellen maar juist daarmee samenwerking te zoeken. Aan dit laatste moet flink gewerkt worden.

Bij toegang onderwijs (blz. 48) past een compliment. Het terugbrengen van schoolverlaters van 3,6 naar 2% is een prima prestatie.

Programma 4 Ruimtelijke ontwikkeling (blz. 56 e.v.)
Het College gaat een actieve en trekkende rol spelen bij ontwikkelingen van grote strategische betekenis. (blz. 75). De grootste opgave hierbij is het doen verdwijnen van de gelijkvloerse spoorweg kruisingen.

Geschreven wordt in kader wijkontwikkelingen:“Gedifferentieerde aanpak doet onvoldoende recht aan gelijkheidsbeginsel.” (blz. 58) U kent toch het boek “Animal farm” van George Orwell.

Al veel eerder schreven wij dat de woning nieuwbouw uit de pas loopt ten aanzien van behoefte.
Verheugend is te constateren dat ons College dit nu ook inziet. (blz. 60). Maar welke zijn de voorgenomen acties naar aanleiding van dit inzicht?

Bij het onderwerp erfpacht (blz. 64) vragen wij ons af of bij de waardering van de grond voldoende rekening is gehouden met het gebruiksrecht dat voor een lange tijdsduur aan derden is toegekend.

Tijdens het overleg met wethouder Emmer werd onze aandacht erop gevestigd dat vastgoed tegen aanschaffingsprijs is gewaardeerd. (blz. 65) Dit geeft wellicht nog wat extra begrotingsruimte indien met name voor commercieel vastgoed tot herwaardering tegen actuele waarde wordt overgegaan.

Wij doen een beroep op u in het kader van “De rode loper” (blz. 66) de vereniging Hart voor Stad uw volle steun te geven bij de inspanningen ten aanzien van HOSPA en SPODO.

V.w.b. RON (blz. 67) kan de vraag worden gesteld of in deze begroting voldoende rekening is gehouden met toevallende kosten in dat verband.

Uitwerken kansen Knooppuntontwikkeling/Guisweg (blz. 68 en 69) heeft onze grote aandacht. De verder bij “Activiteiten” genoemde onderwerpen betreffen alle de leefbaarheid en economische ontwikkelingen binnen Zaanstad. U weet dat dit de onderwerpen zijn waar de vereniging Hart voor Stad maximale aandacht aan besteedt.

Ook het risico van terug betaling van ontvangen “spoorse doorsnijdingen” subsidie (blz. 69) eist intensivering van het zoeken naar oplossingen.

Bij “Financiën” (blz. 70) wordt gesproken 2015 64.885 en 2016 41.307.
Wij hebben geen aansluiting kunnen vinden met het bedrag dat in de originele begroting 2014 zou zijn genoemd.

Wij lezen op blz. 72
Het onderhoudsbudget gemeentelijk vastgoed wordt structureel verhoogd zodat het vastgoed goed onderhouden kan worden. Bij de narap 2014 zal vervolgens de voorziening van € 2,4 mln. vrijvallen
Deze zin is om twee redenen onduidelijk.
Eerder is in deze begroting gezegd dat onderhoud vastgoed juist kwalitatief wordt teruggeschakeld.
Waarom valt het bedrag bij NARAP weer vrij?

Programma 5 Milieu en duurzaamheid
“De juiste aanpak” (blz. 75) is niet welke de bewoners voorstaan. De indruk bestaat dat eerder de belangen van onze grote nabuurstad worden verdedigd dan die van de bewoners. Verhoging van geluidsnormen zijn daar een signaal van.
Met de aanleg van z.g. stil asfalt halen wij een ander zo mogelijk ernstiger probleem in huis, n.l. toename van fijnstof uitstoot. Ing. P. Landa van het Asfalt Kennis centrum schrijft ons daarover:
Afhankelijk van de mate van geluidsreductie is de levensduur van het asfaltmengsel korter.
Dus: hoe hoger de geluidsreductie desto te korter is de technische en akoestische levensduur.
Een normale toplaag kan tussen de 12 en 15 jaar dienst doen.
Een geluidreducerende toplaag haalt misschien de helft of korter.
En let wel, een verdwenen slijtlaag komt in de lucht als fijnstof!

De opmerking dat onaanvaardbare humane risico’s bij bodemgebruik vermeden moeten worden, spreekt ons aan. ( blz. 76) De problematiek op het z.g. Pont Meijer terrein in Westzaan zal met deze doelstelling moeten worden behandeld.
De hoeveelheid uitgestoten CO2 is over een periode van 5 jaar met 4% afgenomen. Dit geeft aan dat klimaatneutraal in 2020 helaas onhaalbaar is. Wij wijzen u in dit verband op ons website artikel:

http://www.hartvoorstad.nl/hvs/index.php/hartvoorstad/artikel/hoe-wordt-klimaatneutraal-bereikt

Programma 6 Beheer buitenruimte
Waarom wordt genoegen genomen met daling van de waardering onderhoud openbare ruimte? (blz. 63). De tevredenheid over afhandeling van meldingen ontwikkelt zich juist prima.
Het overdragen van beheer openbare ruimte (blz. 84) houdt risico’s van teleurstellingen in. Hier moet goed over nagedacht worden om te vermijden dat afspraken kort daarna weer moeten worden teruggedraaid.

Al eerder stelden wij de vraag waarom Zaanstad bijdraagt in de kosten van RAUM en het Twiske.
(blz. 90). Dragen de gemeenten waar deze percelen liggen ook bij in de kosten van de Zaanse Schans?

Wij vragen ons af of de doelstelling (blz. 91) om de kosten van programma 6 in 2016 met 25% te doen dalen reëel is. Wij hebben onvoldoende kennis van de achtergronden daarvan.

Het niet meer inlopen van onderhoudsachterstanden (blz. 92) heeft risico’s dat in een later stadium de kosten navenant hoger worden. Dit beoordelen wij als het vooruitschuiven van problemen.

In het kader van HHP (blz. 95) heeft juist de gemeente de neiging steken te laten vallen als het gaat om handhavingverzoeken door burgers. De kwestie Pont Meijer terrein is daar een goed voorbeeld van. Wij vinden het toelaten van kinderen op dit vervuilde terrein ongepast.

Wij lezen dat energiebezuinigingen van het nieuwe stadhuis (blz. 112) niet worden gehaald.
Al eerder hebben wij daar vraagtekens bij gezet. Dat zelfde geldt voor besparingen op personeel.
Nog steeds blijven “worst case scenario’s” achterwege. Waarom elkaar voor de gek houden?

Programma 9 Financiën
De opmerking “financieel stabiele gemeente” (blz. 114) kunnen wij niet plaatsen. In het recente verleden is b.v. zwaar geschoven met de opbrengsten NUON verkoop en Erfpachtafdrachten.
Onze gemeente scoort landelijk nummer 1 waar het woonlasten betreft. De achterstand onderhoud openbare ruimte wordt ingeperkt. Verder lezen wij dat in 2015 het oordeel toezichthouder (blz. 115) van matig naar redelijk verbetert. Een argumentatie hoe dat wordt bereikt ontbreekt.

Het % gehonoreerde bezwaarschriften (blz. 117) is veel te hoog. Het geeft aan dat over genomen maatregelen onvoldoende is nagedacht en gevolgen niet zijn doorzien.

Wij zien geen kans de toelichting op de Kaderbrief en Financieel beeld (blz. 118 en 119) aan te laten sluiten op het genoemde totaal daarvan. Dit geldt overigens ook voor de specificatie van Beleidsbijstellingen en reserves (blz. 119).

Bedrijfsvoering
Blz. 126 meldt: “Aantal gehouden beoordelingsgesprekken”. Daarbij wordt een percentage genoemd. Dit is een verhoudingsgetal en geen aantal!

Helaas lukt het ons niet een aansluiting te vinden tussen het totaal van de kosten zoals die betrekking hebben op het nieuwe gemeentehuis en zoals deze bij de Bannehof het geval waren. Bijgevolg is het ook niet mogelijk om de oorspronkelijk gedeclareerde besparingen te vergelijken.

Lokale heffingen
De aandacht wordt erop gevestigd dat komend jaar de OZB met 2+ 1,5% wordt verhoogd.
(blz. 132) Dit is belangrijk meer dan de inflatie. Zie ook blz. 137 woonlasten vergelijking.

Treasury
Het risico percentage (blz. 138) is een heel gunstig getal. Wel vragen wij ons af wat de oorzaak is van de sterke daling van de omvang van de begroting in de komende jaren.

Het gebruik van derivaten (blz. 139+140) is beperkt tot 20% van de leningenportefeuille. Gezien het zeer lage niveau van de bankrente is te overwegen dit percentage tijdelijk te verhogen. Ook valt te overwegen kort lopende leningen naar vermogen om te zetten in lang lopende.

Wij menen dat het z.g. renteresultaat (blz. 140) ten gunste brengen van de algemene exploitatie het risico in zich heeft tot een vertekend beeld van de resultaten van Programma’s. Het heeft het risico van hobbyisme.

Het staatje verloop opgenomen vaste leningen (blz. 141) is ronduit onduidelijk.

Bij Garanties en Borgstellingen (blz. 141) wordt uitgebreid ingegaan op het risico WSW. Dit risico is vanwege garanties elders inderdaad zeer klein. Wat ontbreekt, is hier vermelding van garanties die afgegeven zijn in het kader van HVC.

Weerstandvermogen
De risico tabel (blz. 145+145) geeft duidelijk aan dat met de komende wetwijzigingen op het sociale vlak het overzicht van risico’s ondoorzichtig is geworden. Wij complimenteren de gemeente deze risico’s naar mogelijkheid in te schatten.

Het weerstandsvermogen is afgenomen (blz. 149) In de begroting 2012 werd dit becijferd op 1,8 en is nu gedaald naar 1,2.  Extrapolatie naar volgende jaren is noodzakelijk; dit alleen al omdat in voorgaande jaren de tijdelijke kapitaalvoedingen vanuit NUON en Erfpacht afwezig zijn.

Terwijl in de meeste grafieken de evolutie zichtbaar wordt gemaakt over een aantal jaren ontbreekt dit bij ARS en ARG (blz. 150). Wij kunnen ons indenken dat in elk geval voor de ARG dit alsnog wordt berekend.

De onderhoudsachterstand van € 53 mln. in 2010 (blz. 151) stemt niet overeen met wat werd genoemd in de begroting 2012. Daar werd voor 2010 een getal van € 48 mln. genoemd. Daardoor wordt het inlopen van achterstand rooskleuriger voorgesteld.

Kapitaalgoederen
De verantwoordelijkheid voor onderhoud van schoolgebouwen berust bij de schoolbesturen (blz. 156) De vraag moet worden gesteld of deze besturen daarvoor voldoende kennis in huis hebben.
Een volgende vraag is wie daarop toezicht uitoefent.
Verder lezen wij dat de financiering rechtstreeks vanuit het rijk geschiedt. Vreemd dat het rijk juist verscheidene activiteiten bij de gemeenten gaat onderbrengen en dit onderwerp aan zich heeft getrokken. Aangenomen moet worden dat dan het rijk ook het toezicht op het onderhoud en de financiering op zich neemt.

De Stichting Sportbedrijf Zaanstad (blz. 157) is de overkoepelende organisatie voor alle binnensportruimten. Onduidelijk is in welke mate dit tot besparingen leidt.

Het vastgoed “voorraad” kan eventueel tegen actuele waarde worden opgenomen. Hier is wellicht nog enige opbouw van reservekapitaal mogelijk omdat dit vastgoed veelal nu tegen lagere waarde in de boeken staat. Of het verstandig is om hier het onderhoud geheel na te laten, laten wij in het midden.

Verbonden partijen
HVC is een hoog risico (blz. 164) Onduidelijk is of niet eerder AIJZ dit risico vertegenwoordigt. Zaanstad heeft als aandeelhouder immers geen rechtstreekse band meer met HVC.
(blz. 168) In het kader van de invoer van huisvuil uit Engeland dat in Alkmaar wordt verbrand nog het volgende.
1e Ten laste van welk land c.q. gemeente komt de uitstoot van klimaatgas bij verbranding van deze import.
2e Kan het ook zo zijn dat de aandeelhouder-gemeenten deze last toegerekend krijgen?
3e Bestaat de mogelijkheid daarvoor emissierechten te kopen?
4e Het ziet ernaar uit dat Zaanstad bij lange na de klimaatdoelstelling niet gaat halen. Kan in dat verband de gemeente emissierechten kopen?

Diversen
Het bedrag van de Rijk’s bijdrage in verband met de overdracht van zorgtaken aan de gemeente en een totaal van andere specifieke Rijk’s bijdragen hebben wij niet kunnen vinden.
Wij hebben het restant van de ontvangen rijkssubsidie “Spoorse doorsnijdingen” niet aangetroffen. Evenmin vonden wij de geoormerkte reserves ten behoeve van de aanleg van de aansluiting A8 – A9.

Het zou nuttig zijn om weer een lijst van afkortingen toe te voegen, zoals eerder ook het geval was.
De afwezigheid van papieren financiële verslagleggingen stelt ons voor grote problemen bij het opstellen van goede analyses.

Met vriendelijke groeten,

Vereniging Hart voor Stad

Bert Bok voorzitter   Hans Zunnebeld penningmeester   Will Evers secretaris